Wat maakt jou tot een echte groene held?
TEST, TEST
Wat mij een echte groene held maakt is omdat ik er al vanaf het begin ben en dat ik het ook erg leuk vind om buiten te zijn en met de kinderen op een speelse manier de natuur te verkennen!
Wat maakt jou tot een echte groene held?
TEST, TEST
Wat mij een echte groene held maakt is omdat ik er al vanaf het begin ben en dat ik het ook erg leuk vind om buiten te zijn en met de kinderen op een speelse manier de natuur te verkennen!
Pedagogisch medewerkster locatie Balkbrug/ Nieuwleusen
Wat vind jij leuk (en waarom) bij De Groene Helden in tegenstelling tot “gewone” kinderopvang?
Wat ik nou leuk vind aan De Groene Helden zijn sowieso de kinderen. Maar ook dat we veel buiten zijn, dat vind ik heerlijk. We hebben genoeg ruimte en kunnen van alles met de natuur doen. Buiten hebben de kinderen alle ruimte om te kunnen spelen en zich te kunnen ontwikkelen. Elke dag is anders en dat maakt het zo mooi. Zowel het weer, als de kinderen, als de activiteiten en collega’s zorgen er steeds weer voor dat ik geniet van het werken bij de groene helden. Ook merk ik dat we activiteiten doen om de kinderen op een speelse maar ook natuurlijke manier de kinderen wat te leren. Dit gaat allemaal ongedwongen en ik merk dat de kinderen het daardoor erg leuk vinden om mee te doen en van elkaar te leren. Dit vind ik mooi om te zien en te ervaren.
Pedagogisch medewerkster locatie Balkbrug
Waarom heb je gekozen voor een groene opvang?
Ik heb gekozen voor een groene opvang, omdat het buiten zijn mij heel erg aanspreekt. Zelf vind ik het heerlijk om buiten bezig te zijn. Samen met de kinderen naar buiten gaan en de omgeving om ons heen te ontdekken. Alles wat we zien, samen voelen, bekijken en het erover hebben. Daar leer je het beste van. De Groene Helden heeft hier genoeg ruimte voor en daar wordt dan ook volop gebruik van gemaakt.
Wat hoop je de kinderen te kunnen bijbrengen?
Zelf hoop ik de kinderen (nog) meer te kunnen stimuleren in hun zelfstandigheid. Ik ben van mening dat kinderen echt iets leren door het gewoon te ervaren. Met andere woorden: Leren door te doen. Mijn taak daarin is om het eerst zo goed mogelijk voor te doen en het daarna steeds te blijven herhalen. Daarnaast is het heel belangrijk om kinderen daarin te blijven stimuleren om het zelfstandig te gaan doen. Om te zien dat de kinderen uiteindelijk iets helemaal zelf doen geeft mij veel voldoening. Om daarna dan die blije gezichten te zien als je het benoemd is helemaal fantastisch. Daar doe je het voor.
Ontwikkeling kan gedefinieerd worden als een blijvende verandering. Er bestaan verschillende theorieën en gezichtspunten over de ontwikkeling van het kind. Gesell (1880-1961) zegt met zijn rijpingstheorie dat door middel van rijping nieuwe gedragspatronen mogelijk gemaakt worden. Ofwel kinderen ontwikkelen zich volgens een vast tijdschema zonder dat de opvoeder daar veel invloed op uit kan oefenen. Watson (1878-1950) heeft het daarentegen over behaviorisme en veronderstelt dat het kind als een onbeschreven blad ter wereld komt. Hoe en in welk tempo het kind zich ontwikkeld hangt alleen af van de ervaringen die het kind opdoet, leeftijd speelt hierbij geen rol. Bandura (1925-heden) concludeerde dat kinderen vooral leren door imitatie. De interactietheorie van Piaget (1896-1980) bestudeert hoe kinderen kennis en begrip verwerven. Piaget stelt dat kinderen zelf actief zijn in hun ontwikkeling. Dit gebeurt door middel van het (gedeeltelijk) aanpassen van het beeld dat een kind heeft van de werkelijkheid. Telkens als het kind zijn beeld aanpast, komt het weer een stukje verder in zijn ontwikkeling. Ontwikkeling is de oorzaak van zowel rijping als ervaring, vindt hij. Deze theorieën tezamen hebben de basis gelegd voor de huidige pedagogische zienswijzen.
Zintuiglijke ontwikkeling
De zintuiglijke ontwikkeling is een zeer belangrijke ontwikkeling voor jonge kinderen. Een kind leert en ervaart immers met zijn hele lijf en met al zijn zintuigen. Helaas zijn weinig kinderdagverblijfleidsters, peuterspeelzaalleidsters en onderbouwleerkrachten zich voldoende bewust van het belang van dit ontwikkelingsgebied. Jonge kinderen moeten (natuur) materialen hebben waarmee ze geluiden/klanken kunnen onderscheiden, waarbij ze verschillende geuren ruiken, smaken proeven, verschillen in textuur onderscheiden door middel van hun tastzin en waarbij ze verschillen waarnemen in wat ze zien, bijvoorbeeld in groot – klein, dik – dun, kort – lang, kleuren, vormen et cetera. Kinderen leren van alles met hun zintuigen en hoe meer kinderen concreet met zintuiglijke materialen hebben ervaren, hoe beter het ervarene (het geleerde) beklijft. Bij De Groene Helden krijgen de kinderen een ruim aanbod aan zintuiglijke materialen geboden.
Spelen in Speelnatuur is niet louter ‘vermaak en ontspanning’ maar het speels aanleren van gezondheids-en veiligheidsbevorderende vaardigheden. Dit betekent dat, niet het vermijden van risico’s op zich, maar het vermijden van onaanvaardbare risico’s onder de aandacht moet liggen.
Risico’s zijn nodig in een gezonde speelruimte…
Door middel van communicatieve activiteiten kan het ontluikende denken van kinderen gemotiveerd worden, waardoor het zelfstandig en kritisch denken gestimuleerd wordt. Ruimte creëren voor het gesprek met het kind maakt dat de gedachten van het kind serieus genomen worden, wat het zelfvertrouwen van het kind bevordert. Het kind leert namelijk dat de eigen gedachten en uitingen net zo ‘waar’ zijn als die van ieder ander. De kwaliteit van de communicatie tussen de begeleidster en het kind kan zich op deze manier ontwikkelen.
Daarnaast kan de communicatie tussen de kinderen zelf gestimuleerd worden. Ook hier speelt de begeleidster een belangrijke rol; zij moet beschikken over de kunde om de verschillende manieren van communicatie tussen kinderen in goede banen te leiden. Onderlinge uitwisseling van gedachten zijn kinderen in deze fase vaak nog niet gewend. Wanneer er echter bewust de tijd voor genomen wordt draagt het gesprek bij aan de sociale ontwikkeling. Het voeren van kleine gestructureerde gesprekjes is voor het kind een kennismaking met elkaar en met het voeren van een gesprek op zich.
Louis Tavecchio – bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam – stelt dat opvang van vijf dagen in de week niet schadelijk is, mits er sprake is van kwalitatieve opvang, en dat is naar zijn mening in Nederland nog geen vanzelfsprekendheid. Tavecchio legt het voorbeeld van Scandinavië op tafel. Daar is in de grondwet vastgelegd dat kinderen recht hebben op goede kinderopvang. In tegenstelling tot de Nederlandse minimumeis van een MBO diploma heb je in Scandinavië een HBO diploma nodig om in de kinderopvang te kunnen werken.
Tavecchio noemt de Nederlandse pedagogisch begeleidsters over het algemeen heel warm en lief, maar hij geeft aan dat we hier in Nederland minder goed zijn in het stimuleren van cognitieve vaardigheden en de begeleiding van de interactie tussen kinderen. Hier ligt een groot aandachtspunt voor de Nederlandse kinderopvang.
De pedagogisch medewerker is in staat om een omgeving te creëren waarin de kinderen zich veilig en emotioneel ondersteund voelen. Zij heeft kennis over de ontwikkeling en interesses van kinderen van 0 tot 12 jaar en kan deze kennis inzetten om activiteiten aan te bieden die daar op aansluiten. Zij kan op basis van haar kennis van ontwikkelingspsychologie, waaronder taal- en motoriekontwikkeling, kinderen op een open en toegankelijke manier uitdagen en stimuleren zodat deze zich optimaal kunnen ontwikkelen. De pedagogisch medewerker is in staat de ontwikkeling van een kind te volgen en vroegtijdige afwijkingen in de ontwikkeling te detecteren en bespreekbaar te maken met de ouders van het desbetreffende kind (Van Hattum, 2006).
Kleine kinderen zijn erg gevoelig voor en geïnteresseerd in liedjes en muziek. De periode tussen het eerste en zevende jaar wordt de gevoelige periode genoemd voor het leren zingen en het ontwikkelen van het muzikale gehoor. Als het kind in de gevoelige periode niet datgene krijgt aangeboden om te leren wat het zou moeten leren, zal het kind daarna veel meer moeite hebben om datgene alsnog te leren. De kans is heel groot dat een kind, als er nooit met hem/haar gezongen wordt, als volwassene niet alleen niet durft te zingen, maar ook niet zuiver kan zingen. Ook het gehoor heeft zich niet goed kunnen ontwikkelen, ofwel de algehele muzikale aanleg heeft zich niet kunnen ontwikkelen.