Iedereen heeft talenten! Die zijn niet alleen weggelegd voor een selecte groep ‘hoogvliegers’.
Waar een kind goed in is heeft niet alleen te maken met cognitieve vermogens, maar ook met de persoonlijkheid van het kind, zijn of haar interesses en het sociaal-emotioneel welbevinden.
Om een kind zo goed mogelijk op weg te helpen, is het daarom van belang om te weten wat bij een kind past, en wat een kind nodig heeft om zo goed mogelijk tot zijn recht te komen.
Met een positieve bril naar kinderen kijken
Om talenten te ontwikkelen moeten ze eerst gezien willen/kunnen worden. Het opmerken van talenten vraagt van begeleiders om op een andere manier naar kinderen te kijken. Waar het klassieke onderwijssysteem (vanuit alle goede bedoelingen) vooral remediërend te werk gaat met doelgroepkinderen, richt talentontwikkeling zich op álle kinderen. Deze verandering van ‘kijken naar een kind’ gaat gepaard met een verschuiving in pedagogische visie.
In dit concept van talentontwikkeling gaan begeleiders op de Groene School op zoek naar wat eruit springt en wat élk kind uniek maakt. Er wordt gekeken naar welke capaciteiten kinderen al bezitten. Als we willen ontwikkelen, helpt het om onze aandacht te richten op waar de kracht bij een kind ligt.
Leidraad in talentontwikkeling: 8 intelligenties van Gardner (1983)
Een kind dat zijn talenten inzet herken je aan de ‘talentenblik’, hij/zij gaat helemaal op in de activiteit en is niet makkelijk uit concentratie te halen.
Talentmomenten zijn activiteiten waar kinderen enorm naar uitkijken, waar ze intens van genieten en plezier aan beleven. Ze zijn niet bezig met wat anderen van hen denken, maar ze zijn bezig met een activiteit waar ze spontaan het beste van zichzelf laten zien, waar ze voldoening uit halen, energie van krijgen en heel snel veel bij leren.
Kinderen tonen hun talenten vooral op momenten waarop ze zonder instructie spelen, dat zijn momenten waarop ze helemaal zelf kunnen beslissen wat ze doen. Voor begeleiders zijn dit dé uitgelezen momenten om hen te observeren en informatie over hun talenten te verzamelen.
Als leidraad in de ontwikkeling van ieders talent hanteren we de verschillende talentgebieden die gebaseerd zijn op de 8 intelligenties van Gardner (1983).
Gardner beperkt zich niet tot cognitieve intelligentie maar kent aan intelligentie een ruimere definitie toe waarbij ‘intelligentie’ gedefinieerd wordt als 8 intelligentiegebieden die naast elkaar staan en allemaal belangrijk zijn in het leren.
Volgens Gardner is iemand intelligent als hij bekwaam is om te leren in een leeromgeving die rijk is aan prikkels. Iedereen beschikt volgens Gardner over een aantal goed en minder goed ontwikkelde intelligenties.
Mensen leren op verschillende manieren en maken daarbij gebruik van verschillende intelligenties.
Hetzelfde kan gezegd worden over talenten. Mensen beschikken over diverse talenten, waarbij het ene talent niet beter is dan het andere maar ze allemaal bijdragen aan de totale ontwikkeling.
Waarom werken aan talentontwikkeling?
In plaats van het voortdurend kijken naar wat een kind niet kan, zijn wij ervan overtuigd dat het veel zinvoller is om te kijken naar wat een kind wel kan. Als kinderen de kans krijgen om hun talent te ontwikkelen, ontdekken ze positieve eigenschappen over zichzelf. Hierdoor krijgen ze een positief zelfbeeld, stijgt hun eigenwaarde en ontwikkelen ze voldoende zelfvertrouwen om eigen grenzen te verleggen. Wie zichzelf kent en een positief zelfbeeld heeft, maakt een doordachtere studie- en beroepskeuze en is beter voorbereid op de toekomst.
De rol van begeleiders en de school in talentontwikkeling
Het herkennen van talenten vraagt van begeleiders een continue observatie van het kind. Er wordt goed geluisterd en geobserveerd door de begeleiders, waarbij ieder kind zelfverzekerd zijn eigen leerweg op kan gaan.
De school biedt hierbij een aantrekkelijke leeromgeving, waar materialen en activiteiten uitdagend zijn, waar vragen worden opgeroepen en waar het kind onderzoekend zich kan ontwikkelen. Talentontwikkeling gebeurt niet door het kind iets aan te praten of door uit te leggen wat de basisprincipes zijn. Een kind ontdekt zijn talenten in interactie met de omgeving.
De kwaliteit van die omgeving, zowel in de vrije tijd als binnen de school, en de verbindingen daartussen, spelen dus een belangrijke rol. Hoe rijker het aanbod, hoe groter de kans dat talenten ontdekt en ontwikkeld worden.
Vaak kiezen wat ‘leuk’ is
Kinderen kiezen meestal voor de activiteiten die ze ‘leuk’ vinden. Nieuw materiaal of een leuke begeleider/ster kan hierin een bepalende factor zijn.
Hoewel we het welbevinden niet uit het oog mogen verliezen, is het de rol van een begeleider om kinderen kennis te laten maken met nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden en ervaringen. Vrije keuzes komen immers niet altijd overeen met hun aanwezige (verborgen) talenten. Vooral verlegen of faalangstige kinderen hebben soms extra begeleiding en stimulans nodig om nieuwe uitdagingen aan te gaan.
IBBO IJskwarts kan in het creëren van een breed en gevarieerd aanbod nieuwe kansen bieden. Daarbij willen wij zoveel mogelijk samenwerken met diverse coaches die ieder op hun eigen terrein expertise hebben en waarbij we extra mogelijkheden kunnen aanbieden om het ontwikkelingsaanbod te verbreden.